2005

Zomervakantie 2005 (Isles of Scilly)

Dit jaar hadden we vakantie van 6 augustus t/m 4 september. Het weekend tevoren de spullen aan boord gesjouwd die je altijd denkt nodig te hebben, plus veel etenswaren. Niet de ijzerzaag en de bankschroef, zoals al gauw zou blijken.

Vrijdagmiddag eerder vrijgenomen en de Kadett in de garage gezet bij Pa Buitenwerf. Daarna met trein en bus naar de Parkhaven in Lelystad. Een ingewikkelde operatie om te zorgen dat de oude schicht niet 4 weken in weer en wind staat.

Zaterdag naar IJmuiden gevaren. Eerst kruisen op het IJsselmeer, maar na een onweersbui was de tocht naar Amsterdam verder bezeild. Daarna op de motor door naar Seaport Marina. Altijd veel te zien op de steigers, o.a. lag de Campina van Henk vd Velden daar. Romp opnieuw geschilderd en nieuw grootzeil en kotter rolfok van North.

's Nachts regende en donderde het stevig, en toen het 's ochtends ook nog eens hard waaide besloten we om meteen de 2e dag al een rustdag in te lassen. Over het strand naar Zandvoort gelopen, en met de bus via Haarlem terug. 

Maandag toch maar van wal gestoken en natuurlijk viel het mee met de wind. De 2e helft van de oversteek werd het zo weinig dat de motor eraan te pas moest komen. Net voor het starten brak de gashendel af, onverwacht hoewel hij er al jaren pokdalig uitzag.

Koers gezet naar Ramsgate, om een nieuwe te kopen. Het juiste model was niet te koop in de rommelwinkeltjes bij de haven, maar met behulp van een ijzerzaag van de buurman is er toch een werkend exemplaar ontstaan. En deze glimt weer prachtig. 

Volgende ochtend (rode) diesel-olie getankt en naar Eastbourne gevaren, gelukkig hoefde de diesel bijna niets te doen. Mooie zeiltocht met genua I erop. Eastbourne is een bestaande stad, maar je legt een paar mijl verderop aan in Souvereign Harbour, een nieuw dorp van vakantiewoningen en tweede huizen, compleet met bioscoop, restaurants, supermarkt en andere shops, heel apart en nog steeds verder in aanbouw.

Het mag daar wel wat kosten blijkens de liggelden (26 pond waren we kwijt) maar de douches zijn fantastisch.

De dag erop naar Cowes op het eiland Wight, ook weer een lekker zeiltochtje. We lagen aan een ponton bij de UKSA, net voorbij het drukste stuk van de rivier wel met zicht op alle aktie. In plaats van braaf door te varen naar de Isles of Scilly besloten we nu al vakantie te gaan vieren. Voor Atty is dat: de wal op en bewegen. Dus hesen we ons op een huurfiets en fietsten het halve eiland over. De hellingen waren steil en de wegen gevaarlijk (meestal dicht naast de auto's) dus aan het eind van de dag waren we blij om de boot weer ongehavend te kunnen opzoeken. Na drie nachten in Cowes moesten we maar weer eens verder, maar de beloofde NW wind kwam te laat, tot s middags bleeft het stevige westen wind. We waren om 6.00 uur opgestaan, maar doken al snel weer onder de wol, na uitslapen toch een klein stukje gedaan, naar Yarmouth. Daar met de bus naar de westpunt van het eiland en vanaf de Needles langs de kust naar Freshwater Bay gelopen.

Maandag was een werkdag, vroeg op en tot s avonds doorgevaren, naar Dartmouth. Salcombe was ook nog haalbaar, maar het was precies laag water, en dan is de haveningang daar te ondiep. Dinsdag nog een flinke werkdag gemaakt, van 6.00 tot 21.00 uur, zijn we tot Newlyn gekomen (naast Penzance), bijna alles op de motor deze dag omdat de wind het af liet weten. Dat sloeg meteen een flink gat in de dieselolie voorraad, gelukkig dus wel rode diesel. Woensdag gingen de zeilen er weer voor. We zeilden rustig voor de wind de laatste 35 mijl naar de Isles of Scilly, en pakten een mooring op in de haven van St-Mary's. Bestemming bereikt|

St-Mary's is de hoofdstad van de Isles of Scilly, best druk toeristen en de bijbehorende winkels, boottripjes enzo, maar niet ongezellig. In de haven lagen we naast een andere Nederlandse boot, de Frisonne, zodat we Nederlands konden praten tijdens de borrel.

Donderdag was het weer even van slag met harde NW wind en regen. Omdat de haven van St-Mary's open is naar het NW zochten we een ankerplekje op tussen de eilanden St-Agnes en Gugh ('The Cove'). Mooie beschutte plek. Tussen de regenbuien door zijn we het grootste eiland rondgelopen (een uurtje) en de rest van de dag hebben we lekker binnen zitten lezen. Vrijdag was het weer zonnig, maar de NW wind vonden we nog te pittig om met de eigen boot buitenom naar Tresco te gaan. Je kunt ook binnendoor over de ondiepten heen, maar de tijden van Hoogwater kwamen slecht uit. Bovendien lig je daar op de ankerplaats ook slecht beschut bij NW wind. In plaats daarvan hebben we de boot voor anker gelegd in Port Cressa, en de ferry naar Tresco genomen. De beroemde subtropische kloostertuin was schitterend, maar ik vond de omgeving buiten de tuinen minstens zo mooi, de normale begroeiing op de eilanden, het beschutte water met lichtblauw ondiep water en de zon op de stranden.

Zaterdag de terugreis gestart met een pittig zeiltochtje naar Falmouth, het laatste stuk na de Lizard moesten we flink gereefd opkruisen naar de haven. Er was geen plaats aan de gastensteiger, daarom een mooring opgepakt, met de banana boot naar de kant en een originele engelse maaltijd verorberd. Best goed, met gebakken vis uiteraard, en een hele fles Australische witte wijn erbij maakte het feestelijk.

Volgende dag wilden we het kleine stukje naar Fowey doen, maar onderweg werd het zo mooi zeilweer dat we de spi lieten staan tot Plymouth. Tijdelijk een mooring boei opgepakt, rondje door de stad gelopen, stukje hardgelopen (jw 1 km, atty 8 km), en daarna naar de uitgang van de haven gevaren om te ankeren in Cawsand Bay. 

Maandag naar Dartmouth en afgemeerd aan 1 van de vistors pontons, achter de Frisonne. We hebben de bemanning deze keer nauwelijks gesproken. Het leek me namelijk een leuk idee om 'even' naar Dittisham te lopen waar we 16 jaar geleden een zeilbootje hadden gehuurd, ook toen al om naar de Scillies te gaan. Over de weg bleek het ruim 2,5 uur lopen te zijn, steil bovendien, en toen we daar aankwamen was de laatste pont terug al vertrokken. Atty regelde een lift naar de overkant van de rivier, en daarvandaan moesten we weer helemaal teruglopen richting Kingswear. Gelukkig is die kant van de rivier iets beter geschikt om te lopen. Terug in Dartmouth nog even boodschappen gedaan en een hapje gegeten, en net voor het donker teruggeroeid naar de boot.

Voor woensdag werd een harde ZW wind voorspeld, dus dinsdag voeren naar de beschutte marina van Weymouth. Mooie wind, zonnetje erbij en stroom mee, precies op de geplande tijd langs Portland Bill zodat we er dicht langs konden varen zonder last van de beruchte race en bijbehorende overfalls. De marina was duur, niet bijzonder luxe of sfeervol, maar ze hebben er wel draadloos internet. Ik moest buiten onder de kap zitten in de regen omdat het zwakke signaal in de metalen romp van de Quies niet doorkwam, maar ik heb daar toch een paar uur online doorgebracht.

De voorspelde harde ZW wind en regen kwamen woensdag inderdaad over, dus blijven liggen en internetten. Wel zijn we 's  middags naar de Castle Cove Sailing Club in Portland Harbour gelopen, waar we goede herinneringen aan hebben. Het oude clubhuis was er niet meer, er stonden nieuwe appartementen, aan het eind van de straat was een nieuw clubgebouw neergezet. Minder leuk om  te zien, maar vast veel handiger dan het oude. Arthur, die in 1992 voor ons een nieuwe ankerrol heeft gemaakt, zat nog in Bretagne met zijn boot. De andere leden waren druk: door de harde wind was 1 boot van de mooring geslagen en lag droog op de kant, van twee andere boten waren de rolfokken kapot gewaaid. Toch was het leuk om de plek terug te zien.

Donderdag was het prachtig weer, ipv zeilen gingen we wandelen naar Lulworth Cove. Een kleine 20 km maar we hebben er een groot deel van de dag over gedaan het was soms erg steil en er stonden erg veel lekkere bramen langs het Coastal Path. Ter plaatse een fish & chips genuttigd, en met wat moeite een bus terug naar Weymouth gevonden.

Vrijdag ging het met een stevige wind achter naar Cowes. Fok te loevert schijnen ze niet te kennen in Engeland, er moest wel een paar keer gegijpt worden, maar het was de moeite waard. Over de grond (dus met de stroom mee) deden we meer dan 10 knoop. Vroeg in Cowes en op ons eigen plekje afgemeerd, 9 pond per nacht. De gerestaureerde Gipsy Moth IV lag vlakbij, en die hebben we dus op de foto gezet. Er lagen trouwens nog allerlei andere mooie en/of bekende jachten, dat is altijd 1 van de leuke dingen aan Cowes, het zeilersmekka van Engeland. Niet alleen voor zeilers, de wereldkampioenschappen powerboat-racen werden er gehouden. Die boten kon je helaas moeilijk bezichtigen, er stonden bodyguards op het haventerrein om de racers af te schermen voor het publiek. De geplande wedstrijd op vrijdag werd tot overmaat van ramp afgelast omdat er een helicopter van het organiserend comite neerstortte (geen doden gelukkig).

Zaterdag naar Eastbourne, weinig wind maar toch meer dan de helft kunnen zeilen op de spi. Het laaste stuk moesten we de motor aanzetten om op tijd rond Beachy Head te komen, dat scheelt de volgende ochtend een paar uur eerder opstaan...Wat ik de eerste keer niet had gezien: ook hier was internet beschikbaar. De weerberichten (o.a. op weeronline, en van het programma Windplotter) gaven aan dat de wind vanaf dinsdag naar Oostelijke richtingen zou draaien. We hebben het plan daarom aangepast. In plaats van eerst langs de Engelse ooskust te varen tot aan Harwich en daarvandaan over te steken hebben we gezorgd om maandagavond in Belgie te liggen. Op die manier konden we onder de hoge wal naar huis varen, en hoefden we de oversteek niet tegen de wind  in te maken.

De volgende dag direct door naar Dover, na een uurtje motoren kwam er een zeewindje opzetten en konden we de hele tocht verder op de spinnaker doen. Onze ‘nylon dieselmotor’ heeft deze vakantie goed werk gedaan. Jammer genoeg was de rit van maandag naar Oostende niet zo voorspoedig. Van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat zijn we aan het prutsen geweest met de spinnaker, maar er stond gewoon te weinig wind. Dit traject loopt niet langs de kust dus konden we geen profijt trekken van de ‘zonnewind’. Uiteindelijk hebben we toch 2/3 van de afstand op de motor gedaan.

Dinsdag was de wind inderdaad rondgegaan, en blies zachtjes uit het Noordoosten. Omdat we wisten dat de volgende dag beter zou worden voeren we een kort stukje, naar Vlissingen. Atty’s zus woont daar in de buurt en die kwam ‘s avonds gezellig eten en bijkletsen.

De volgende dag was een klapper: oostenwind kracht 4, draaiend naar zuidoost en prachtig weer. Om half zes voeren we de Michiel de Ruijter haven uit (over de drempel) en kregen de laatste twee uur van de eb uit de Westerschelde mee. Een paar uur later begon de stroom op zee mee te lopen naar het noordoosten en deden we een gemiddelde van 7 a 8 knoop over de grond. Bij Scheveningen stond het tij nog hard mee, dus konden we door naar Ijmuiden. Na een mislukte poging om Seaport marina binnen te sluipen (en zo gratis de natte Hiswa mee te pakken) zijn we naar binnen geschut en uiteindelijk net voor het donker in de Sixhaven tegenover Amsterdam Centraal vastgemaakt. 

We hadden gedacht om nog 1 of 2 dagen rustig op het Ijsselmeer te toeren, maar het paard rook de stal en we werden als vanzelf in een rechte lijn naar onze ligplaats in Lelystad getrokken.  Het openbaar vervoer werkte mee, en nog diezelfde avond sliepen we weer thuis in het grote bed. Vrijdags met de auto de spullen opgehaald, zaterdags de was en de post, zondag nog wat klusjes en reparaties aan de boot en daarmee waren die 4 weken vakantie weer op voordat we goed door hadden.

Gelukkig hebben we de foto's nog.