Vakantie 2010

Zeilen naar  Noord Frankrijk (Normandie)

Een relax-vakantie is het geworden dit jaar. Overwegend mooi zomerweer, geen enkel nachtje doorgevaren, en bijna elke dag vers stokbrood en dito croissantjes.

Het begon meteen al erg rustig op 12 juni. In plaats van zo snel mogelijk te profiteren van de noordelijke windrichting hebben we die zaterdag op het gemakkie de laatste voorbereidingen gedaan voor vertrek. Katten naar het pension, nog wat boodschappen naar de boot, schaniertjes en sluitingen gemonteerd van de luiken in de kuip. We konden het kalm aan doen, omdat we ´s avonds waren uitgenodigd voor de afscheidsborrel van Henk en Miranda Walet, die inmiddels vertrokken zijn voor een zeiltocht rond de wereld. Zie hier Het was een geslaagd afscheid, de feestneuzen van ZMV de Zuidwal hadden er mooi werk van gemaakt.

Zondag dan maar de trossen losgegooid, en op de motor naar IJmuiden getuft. Het was de 13e van de maand, zodat Atty aan het einde van de dag bij het flossen een kies afbrak. Wie nog denkt dat tandartsen het flossen hebben uitgevonden voor het behoud van onze tanden en kiezen moet maar eens opnieuw nadenken. In elk geval konden we ook maandag niet hard van start want Atty moest eerst naar de ´Kliniek Noordzee´ waar de kies werd gefatsoeneerd, na de vakantie komt er een kroon op. Gelukkig mochten we voor een uurtje fietsen lenen van de Marina, het is nog een aardig stukje lopen vanaf Seaport Marina naar het dorp. Begin van de middag alsnog vertrokken met een lichte NNO wind die wel flink aantrok toen we in de buurt van Scheveningen kwamen. In Scheveningen overnacht, ´s avonds hebben we nog een spontaan bezoekje gebracht aan Oom Arjaan en Joep.

Dinsdag stond er een NNO wind kracht 5 tot 6, dus eindelijk een zeildag met mijlen. Aan het einde van de middag vonden we het bij Oostende wel ver genoeg, en zochten een plaatsje in de buitenhaven. Het was druk in de haven en de boten lagen af en toe flink te schommelen, maar het was wel gezellig. Omdat de wind vlagerig werd zijn we de woensdag blijven liggen. Wegens de kou en het vroege seizoen was het rustig in de straten van Oostende. Halverwege de wandeling naar Blankenberge zijn we op het  kusttrammetje gestapt. Aan Blankenberge  hebben we goede herinneringen uit de tijd van de oude Quies, maar ook hier was het seizoen nog niet echt begonnen. Donderdag was de wind weer rustiger en trokken we verder naar Duinkerken. Je vaart dan in de geulen tussen de Vlaamse (zand) banken door, het nauwste stukje is de SudCote pas in de buurt van Nieuwpoort, maar ondanks de windgolven van de afgelopen dagen viel het allemaal mee.

In Duinkerken kozen we de marina het dichtst bij de stad, we konden in een vrije box met de kop in de wind, en dan lig je er prima. Er lag een interessante boot uit Breskens, die leek op een klassieke zeilende viskotter, maar er van dichtbij nieuw en high tech uitzag. Waarschijnlijk gebouwd van hout-epoxy, heel netjes geschilderd/gespoten, zo te zien koolstof mast, giek en gaffel, en nieuwe zeilen. Het verbaasde me niet dat deze boot de volgende dag de hele vloot voorbij voer en al snel uit zicht verdween. Nadat we dit hadden verwerkt konden we de rest van de schepen aardig voorblijven rondom Cap Griz Nez en kwamen we al in het begin van de middag in Boulogne aan. Zaterdag was de wind weer lekker aangetrokken en brachten de windvaan en de oude genua II ons zonder moeite naar Dieppe. Een halfuurtje voor de haven kwam er een flinke bui overzetten, de harde regen die daarin zat blijkt achteraf de enige neerslag te zijn die we deze vakantie hebben moeten noteren. Misschien heeft het ´s nachts nog een keer geregend, maar als je ligt te slapen telt dat niet mee.

Zondag 20 juni hebben we een dagje geluierd in Dieppe, en op die dag ging de knop van de weermachine om. Van stevige koude noordelijke wind naar rustig, warm weer met veel zon. Dat kwam mooi uit, omdat we het gebied van onze bestemming hadden bereikt en dus nu vakantieweer nodig hadden. Er moest wel iets meer gemotord worden, maar dat vinden voor een paar uurtjes per dag niet erg. De motor heeft er inmiddels een paar duizend bedrijfs-uren opzitten en draait eigenlijk altijd prima. Wel startte hij in het begin van de vakantie minder goed dan normaal. Vermoedelijk zat er een klein lekje in 1 van de aansluitingen van de hogedrukleidingen, sinds ik alle aansluitingen een tikje strakker heb aangedraaid start Mr. Perkins weer als een zonnetje.

De eerste mooiweer bestemming was Fecamp, met het schitterende klooster/paleis en de distilleerderij van het kruidendrankje Benedictine. We zijn naar de camping gelopen waar we heel lang geleden samen in een tentje zaten en keken naar de boten beneden in de haven. ´s Avonds was er een beachparty voor de jeugd, met een hoop house gedreun. Eigenlijk vonden we de muziek niet zo slecht, misschien omdat we met de tijd meegaan, of anders omdat je heerlijk kunt inslapen op het monotone ritme ;-)

Dinsdag (22 juni) ging het verder naar Honfleur. Een artistiek vissersdorp vlakbij Le Havre  aan het kanaal naar Rouen. Sinds er een artikel over in het blad Zeilen heeft gestaan is het een must voor de Nederlandse zeiler. De oude haven lag behoorlijk vol, en de brugwachter hield zich niet aan de openingstijden, dus wij zijn 100 meter ervoor aan een gloednieuwe gastenponton gaan liggen. Daar stond een verkoelend briesje, en de honderden terraszitters die in de oude haven van bovenaf in je boot kijken hebben we niet gemist. Honfleur is inderdaad een prachtig dorp waar nog een groot deel van het centrum uit authentieke Normandische huizen bestaat. Bij het bombardement op Le Havre in de 2e wereldoorlog hebben ze Honfleur duidelijk gemist.

Woensdag naar Ouistreham. Je kunt daar ook met laagwater binnenlopen omdat er een veerdienst naar/van Engeland is. Vanaf ongeveer halftij kun je naar binnen schutten naar de marina. Niets bijzonders maar je ligt er goed beschermd op bijna zoet water en het is een goede uitvalsbasis voor excursies. Hier huurden we donderdag een paar fietsen en reden vlak langs het strand naar Courseilles sur Mer. Overal herinnering aan de geallieerde invasie die hier heeft plaatsgevonden. We kwamen langs Juno beach, en in Courseilles staat het eerste huis dat tijdens de invasie is bevrijd. Daarna fietsten we landinwaarts naar de stad Caen, werden uitgenodigd voor een glaasje cider bij Nederlanders die daar met de boot lagen, en fietsten aan het einde van de dag over het jaagpad langs het kanaal weer terug naar Ouistreham.

Vrijdag begon met weinig wind, maar omdat er telkens in de loop van de dag een zeewindje opstak vertrokken we toch naar St Faast-La Houge, ongeveer 50 mijl verderop. In het begin moeten we kruisen en schoot het niet erg op, maar naarmate de dag vorderde kregen we steeds betere wind en snelheid, en liepen uiteindelijk rond 19.00 uur de baai van St Faast in. We vertrokken gelijk met een Victoire 1200 (de Barycapa uit Marken), zodat we onderweg actiefoto´s van elkaars schip konden maken.

Om een nachtje havengeld te sparen en voor het juiste zeezeilersgevoel gingen wij bij hoogwater niet door de lock naar de marina, maar bleven voor anker liggen in de baai. De volgende dag lekker gezwommen ipv gedouched en later op de dag de haven in. Atty deed boodschappen, en ontdekte dat een een hardloopwedstrijd werd gehouden, de Route du l’Huitre. Ze schreef zich in voor de 6 km,  werd derde van de dames, en won daarmee o.a. een doos verse oesters. Die hebben we ´s avonds opgegeten, wel gekookt ipv rauw met een beetje citroen zoals de Fransen dat adviseren. Zondag 27 juni was opnieuw een rustdag. We besloten om niet via Wight en de Zuid-Engelse kust terug te gaan maar te profiteren van het rustige weer om wat meer Franse havens te leren kennen.

Maandag een tripje van ongeveer 2 uur, van St.Faast naar Grandchamp/Maisy. Een klein haventje waar je alleen rond hoogwater in kunt. Een rustig en gemoedelijk Frans dorpje, of zou het hier tijdens het echte vakantieseizoen drukker aan toe gaan? We hebben er een flink stuk langs de kust gelopen richting Point du Hoc (niet gehaald) en zagen bij de ingang van het dorp een groot opvallend roestvrijstalen beeld van een Chinese kunstenaar, opgericht bij de 60 jarige herdenking van de bevrijding. ´s Avonds was er een oefening van de reddingsmaatschappij inclusief een Franse marine helicopter, dus toen was er genoeg actie bij de haven.

Dinsdag grotendeels op de motor naar Ouistreham, waar we aan de praat raakten met Martin, een Duitse solozeiler met veel vrije tijd. Zijn boot is van het type Reinke, het dek zat vol lijntjes en blokken om alles alleen en vanuit de kuip te kunnen bedienen. Ik vond het ingewikkeld, maar hij kon er zelf goed mee overweg.

Woensdag motorden we een uurtje of 2 naar Le Havre. We hadden ons niet veel voorgesteld van deze stad, maar het viel best mee. De grote kerk bijvoorbeeld die na de 2e wereldoorlog is gebouwd op de plaats van de oude platgegooide kathedraal, is helemaal uitgevoerd in gewapend beton. Toch is de sfeer en het licht binnen even indrukwekkend als in een klassiek gebouwde kerk. De stad is groots opgezet met ruime straten en pleinen, en alles wordt goed onderhouden door de gemeente. 

Bij de jachthaven stond een interessante motorfiets. Deze had een overmaat windscherm, handbeschermers, en een soort leren schort, zodat je er ook bij regen en kou zonder motorpak mee op pad kan. Niet mooi, maar het leek me wel praktisch.

Donderdag 1 juli beseften we dat het langzaamaan tijd werd om terug naar huis te varen. We tuften van Le Havre naar St Valery en Caux, een stadje dat haar naam ontleend aan de krijtrotsenkust. We waren hier al eens geweest met de bus vanuit Dieppe en sindsdien wilden we er altijd nog een keertje met de boot naartoe. Het is een leuke plaats, maar ook weer zo eentje waar je alleen rond hoogwater in en uit kunt varen. Ons plan om de volgende dag vroeg weg te varen ging niet door, omdat we ons verkeken hadden op de openingstijden van het lock. Ik dacht dat we er om 5.00 uur uit konden, maar dat bleek 4.15 uur te zijn en toen lagen we nog op 1 oor. Toen de sluis ´s middags weer openging zijn we naar Dieppe gehopt, zodat we de volgende dag tenminste op een christelijke tijd konden vertrekken. Dieppe was die dag gastheer voor de Tour de France a Voile, een zeilwedstrijd met etappes langs de hele Franse kust. Er waren 2 of 3 Nederlandse deelnemers, 1 ervan wordt geschipperd door Bouwe Bekking. Een groot feest werd het niet, door de windstiltes hadden ze ruim 30 uur gevaren over een traject van 70 mijl, de meesten vertrokken na een ge-improviseerde maaltijd op de steiger richting bed.

Achteraf pakte de vertraging bij St Valery goed uit, want de volgende dag was de wind veel beter en konden we bijna de hele weg naar Calais zeilen. Alleen bij Kaap de Grijze Neus viel de wind weg en moesten we het laatste uurtje motoren. In Calais vastgemaakt aan een meerboei in de buitenhaven, en niet meer de moeite genomen om aan land te gaan. De volgende dag –zondag 4 juli- voeren we direct door naar Oostende. Na het gewiebel in de buitenhaven op de heenreis wilden we dit keer door de sluis naar het Mercator dock. Hiervoor bleek het een verkeerde dag te zijn, het was aan het einde van deze mooie zondagmiddag vreselijk druk en de plaatsvervangende havenmeesters hadden er moeite mee. Het duurde 2 uur voordat we op ons toegewezen plekje lagen. Aardige jongens wel, ze zochten voor ons het adres van een pizzeria, waar we de avond relaxed afrondden. Je ligt prettig in het Mercator dock, vlak bij de gelijknamige driemast klipper, goed beschut met met goede sanitaire voorzieningen en winkels. Terug naar buiten door de sluis op maandagochtend ging prima.

Maandag waren we alweer terug in Nederland, en wel in Vlissingen. Atty haar zus en zwager wonen daar in de buurt en kwamen ´s avond gezellig op bezoek. Het werd een soort Amerikaanse fuif, want Giny had zelf hapjes en gekoelde drankjes meegenomen. Zij moesten de volgende dag weer werken, dus wij konden de volgende ochtend zonder hoofdpijn vroeg vertrekken richting Scheveningen. Bij de geul langs Walcheren stond de wind recht tegen, maar zodra we vrij waren van de kust draaide de wind naar WNW en zeilden we als een speer naar Scheveningen. De vakantiedrukte was inmiddels op gang gekomen en met dit mooie weer was het druk met overstekende jachten in de geul bij Hoek van Holland. Wij moesten deze keer zowaar even stoppen om een uitvarend container schip te laten passeren.

Ook in de haven van Scheveningen was het druk. Aan het eind van de dag lagen we compleet ingebouwd door 3 of 4 rijen bootjes, maar toen wij eenmaal vertrokken was de uitgang al weer vrij. 

Met een prima bakstag windje waren we in 3 ½ uur bij IJmuiden, en voeren door naar de Sixhaven tegenover CS Amsterdam. ´s Avonds nog even de stad in gelopen, altijd leuk in Amsterdam en door de oranjegekte was er extra veel te zien. Inmiddels was er een soort hittegolf op komst in Nederland, en wij kozen ervoor om direct naar huis te gaan ipv nog een paar dagen op het IJsselmeer rond te dobberen. Dus op donderdagmiddag 8 juli sloten we deze zomervakantie af met een traag zeiltochtje van de Oranjesluizen naar thuishaven De Blocq van Kuffeler. Nog een paar dagen over voor de post en email, onkruidverdelging in de achtertuin, bijpraten met de buren, en het maken van dit verslag.

Foto's 2010